Regen in België? Geen verrassing. Maar wat wél vaak verrassend is: hoeveel water er in korte tijd kan vallen. En dat water moet ergens naartoe. Op straten, pleinen en opritten zorgen lijngoten ervoor dat het water netjes wordt afgevoerd. Alleen… hoe kies je de juiste?
Hoe groot moet een lijngoot zijn?
De eerste reflex is vaak: “pak maar een brede, dan zit je zeker goed.” Maar zo simpel is het niet.
De helling van het terrein speelt mee: op een schuine oprit loopt het water vanzelf sneller weg dan op een vlak terras.
Ook de lengte van de goot telt: kortere goten kunnen meer water verwerken dan je denkt.
Dus: groter is niet altijd beter. Het draait om de juiste verhouding tussen lengte, breedte en afvoerpunten.
“Het draait allemaal om de juiste verhouding tussen lengte, breedte en afvoerpunten.”
Wat met het rooster?
Het rooster zie je als eerste en dat is vaak ook de plek waar het fout kan lopen. Kies je verkeerd, dan stroomt het water niet goed, of kan het rooster sneller stuk gaan.
Belangrijk: stem het rooster af op de situatie.
- Op een terras moet er minder water afgevoerd worden, hier volstaat een eenvoudig sleufrooster of discrete sleuf
- Op een oprit of straat moet er snel veel regenwater afgevoerd worden, een grotere inloopdoorsnede (bv maasrooster) is hier noodzakelijk.
En eerlijk: een rooster mag ook best mooi zijn. Het oog wil ook wat.
Waar leg je de goot best?
Plaatsing is minstens zo belangrijk als de maat. Een goot moet liggen waar het water naartoe stroomt. Klinkt logisch, maar in de praktijk gaat het wel eens mis.
Denk bij het ontwerp aan:
- de looprichting van het water,
- de nabijheid van gebouwen,
- en de routes die mensen of voertuigen nemen.
Soms krijgt een goot zelfs een dubbele functie, bijvoorbeeld als barrière bij een garage-inrit. Handig, maar hou er rekening mee dat bladeren of vuil de werking kunnen verstoren.
Welke vorm werkt het best?
Niet elke goot ziet er hetzelfde uit. De meest gebruikte zijn U- of rechthoekig, maar de V-vormige goot heeft een paar slimme voordelen:
- hij voert kleine hoeveelheden regenwater beter af,
- de stroomsnelheid ligt hoger bij zware buien,
- en door het zelfreinigend effect spoelt vuil makkelijker mee weg.
En het materiaal dan?
Een glad materiaal zoals polyesterbeton heeft een groot voordeel: vuil hecht zich minder snel vast. Dat betekent minder onderhoud, een langere levensduur en een goot die efficiënt blijft werken.
Dus… does size matter?
Ja en nee. De grootte van een lijngoot speelt mee, maar het is vooral de combinatie van maat, rooster, plaatsing, helling, vorm én materiaal die bepaalt of je een droge oprit of een natte verrassing krijgt.
